Brussels International Map Collectors' Circle


From our Press Review

Het Laatste Nieuws - 13 June 2003 - Page 42

éénmaal, andermaal,...

De hele wereld in kaart

Oude landkaarten komen minder in de kijker dan bijvoorbeeld schilderijen of antieke meubelen, maar hebben een trouw en gepassioneerd verzamelaarpubliek. Over de oorsprong en de achtergronden van de cartografie in België hadden we een gesprek met Henri Godts, antiquaar in Brussel en vice-president van de BIMCC, de Brussels International Map Collectors' Circle.

De BIMCC werd gesticht in 1998 door de Duitse verzamelaar Wulf Bodenstein, werkzaam bij Eurocontrol in de burgerluchtvaart. Hij was sterk geïnteresseerd in oude kaarten van Afrika, vond niet altijd meteen wat hij zocht, en stichtte met een aantal geestesgenoten de BIMCC als platform voor geïnteresseerde verzamelaars van oude kaarten. Als voorbeeld hadden de stichters het Engelse IMCOS voor ogen, de International Map Collectors' Society. De BIMCC telt momenteel een 120-tal leden, waarvan 80 procent van Belgische en 20 procent van buitenlandse origine. De doelstellingen van de vereniging zijn drievoudig van aard. Elk jaar, in maart of april, is er een algemene kaartenavond waarop de leden hun recentste aanwinsten tonen, waar ze informatie kunnen uitwisselen, en waar ze hun eventuele problemen met betrekking tot een of ander cartografisch probleem - bewaring, restauratie of archivering - kunnen voorleggen en bespreken met gelijkgestemden. Vervolgens is er ook een jaarlijks colloquium met lezingen over een specifiek thema, bijvoorbeeld over de Mare Nostrum met kaarten van de Middellandse Zee, over Abraham Ortelius, of over Hollandse kaarten uit de eeuw van de grote ontdekkingen. Een derde activiteit van de vereniging is de organisatie van excursies naar belangrijke openbare of privé-collecties, zoals bijvoorbeeld naar het Maritiem Museum in Rotterdam, het Mercator Museum in Sint-Niklaas, de kaartenafdeling van de Koninklijke Bibliotheek Albert I in Brussel, het Plantin-Moretus Museum in Antwerpen of de kaartenafdeling van de Bibliothèque Nationale in Parijs. De BIMCC publiceert drie keer per jaar een 'Newsletter' - de voertaal is het Engels omwille van het internationale opzet van de vereniging - waarin artikelen en bijdragen van leden en specialisten verschijnen, alsook verslagen van voorbije activiteiten, besprekingen van gespecialiseerde tijdschriften of boeken en van tentoonstellingen, een agenda van nationale en internationale cartografische activiteiten, de voorstelling van gespecialiseerde cartografische websites, en de aankondiging van veilingen waarin oude landkaarten onder de hamer komen. Hoewel Henri Godts zelf antiquaar is, stelt hij uitdrukkelijk dat de BIMCC geen commerciële oogmerken heeft, en dat handelaars er enkel ten persoonlijken titel lid van zijn.

België bakermat

De BIMCC is de enige cartografische vereniging op het vasteland. Waarom juist in België, licht Henri Godts als volgt toe: "De afgelopen jaren is belangstelling voor cartografie sterk toegenomen. Er is in België van oudsher een zeer groot landkaartenaanbod. Waarom? Omdat de zuidelijk Nederlanden, met Abraham Ortelius in Antwerpen en Gerard Mercator in Leuven, de bakermat waren van de moderne cartografie. In de 16de eeuw - de tijd van de grote ontdekkingen - werd het wereldbeeld bijgesteld, en Ortelius heeft in zijn 'Theatrum Orbis Terrarum' de cartografie gestandaardiseerd. Mercator, die in 1585 als eerste het woord atlas introduceerde voerde de befaamde Mercator-projectie in die aan de basis ligt van de moderne navigatiesystemen; Mercator bouwde ook wetenschappelijke instrumenten zoals hemel- en aardglobes en astrolabia om de aarde preciezer in kaart te brengen. En hij ontwierp tevens een nieuw kalligrafisch handschrift, dat de landkaarten zowel functioneel als esthetisch een meerwaarde verleende. Zijn invloed kan nauwelijks worden overschat".

"Maar met de godsdienstoorlogen die vooral de zuidelijke Nederlanden teisterden, had een uittocht plaats van zowel het materiële als het intellectuele kapitaal. Ook het cartografisch intellect zocht het buiten de grenzen. Mercator verhuisde naar het Duitse Duisburg wellicht om er in grotere vrijheid te kunnen werken. Tien jaar na zijn dood verkochten Mercators erfgenamen de koperplaten van zijn Atlas aan Judocus Hondius die er de rest van zijn leven zijn profijt zou mee doen. De zoon Hondius zal zelfs een 'pocketuitgave' van de Atlas publiceren. Ook in Nederland bloeide de cartografie als nooit voorheen, en kende vooral door toedoen van Willem en Johannes Blaeu een ware boom".

"Het Zuiden lijkt definitief uitgespeeld, maar in de 19de eeuw kent de cartografie in België een echte revival met de komst van Philippe Vandermaelen. Hij heeft een atelier met tientallen medewerkers en ontwerpt een nieuwe wereldatlas op basis van de nieuwste ontdekkingen. Maar tevens publiceert hij tal van topografische kaarten van wegen en waterlopen, transportkaarten van spoorwegverbindingen, en die meer Vandermaelen wordt een cartografische wereldautoriteit en ontwerpt wereldbollen met een diameter van zes meter". Op onze dagen zet het Cartografische Instituut van Terkameren de roemrijke Belgische cartografische traditie voort. In 2002 werd het Instituut in Japan bekroond voor een zeer mooie reusachtige kaart van twee verdiepingen hoog samengesteld uit satellietopnamen".

[...]

Herwig Leus